Sensoren voor windrichting, windsnelheid, buitentemperatuur, zwarte plaat-temperatuur buiten, luchtvochtigheid buiten, regen en zonlicht kunnen op het systeem worden aangesloten. Informatie over het weer kan via de communicatieverbinding worden verzonden. Dit houdt in dat er slechts één weerstation nodig is voor een netwerk van procescomputers. Een installatie heeft slechts één weerstation nodig als alle procescomputers met elkaar in verbinding staan. De procescomputer waarop het weerstation is aangesloten, deelt deze informatie met de andere procescomputers in het netwerk. Als er geen weerstation op het netwerk is aangesloten, wordt er geen informatie weergegeven.