Vocht - Instellingen

Het Afluchtprogramma probeert de luchtvochtigheid te verlagen of de VPD-niveaus te verhogen door de ramen te openen en/of de geselecteerde apparatuur gedurende een korte tijd in te schakelen om de warme, vochtige lucht uit de kas te verwijderen en koelere, droge lucht binnen te laten. Dit systeem verlaagt vaak de luchtvochtigheid, maar verhoogt wel uw kosten. Om deze kosten te verminderen, gebruikt de procescomputer een afluchtcyclus en wacht vervolgens een korte tijd om de luchtvochtigheid te laten dalen. Na een ingesteld interval wordt de cyclus herhaald als de luchtvochtigheid nog steeds te hoog is.

U kunt voor elk van de vier perioden de luchtvochtigheidsniveaus instellen waarbij een afluchtprogramma moet worden geactiveerd. U kunt Afluchten als de relatieve vochtigheid hoger is dan een bepaald niveau, u kunt Afluchten als het vochtdeficit lager is dan een bepaald niveau of u kunt Afluchten als VPD lager is dan een bepaald niveau. Als er meer dan één niveau is ingesteld, wordt het programma geactiveerd wanneer een of meer van de omstandigheden waar zijn.

De Duur afluchten is de tijd waarin het afluchtprogramma actief mag zijn voordat het weer wordt uitgeschakeld. Zelfs als de omstandigheid voor het inschakelen van het afluchtprogramma niet meer aanwezig is, blijft het programma actief tot aan het einde van de duur.

Zodra het afluchtprogramma voorbij is (omdat de duur is verstreken omdat een warmtevereiste het % voor uitschakeling heeft overschreden), wordt het afluchtprogramma uitgeschakeld gedurende het aflucht-interval. Nadat het interval is verstreken, wordt het afluchtprogramma opnieuw gestart als de luchtvochtigheidsomstandigheid nog steeds bestaat. Als u het interval op 0 instelt, blijft het afluchtprogramma voortdurend actief totdat de luchtvochtigheid weer daalt.

U kunt een aantal vertragingen instellen voor bepaalde apparatuur in het afluchtprogramma. Deze vertragingen kunnen worden gebruikt zodat u de eerste paar minuten van het afluchtprogramma kunt gebruiken om de kas te verwarmen. De Raamvertraging afluchten is het aantal minuten dat wordt gewacht nadat het afluchten is gestart voordat de ramen worden geopend in de afluchtstand. Let op: de procescomputer opent de ramen alleen tijdens een afluchtcyclus. Als de ramen al verder zijn geopend dan de afluchtstand, dan zal de procescomputer de ramen niet verplaatsen naar de afluchtstand.

Wanneer schuifdaken worden bediend voor ventilatie, kunt u de gewenste afluchtstanden bij een lage buitentemperatuur en afluchtstanden bij een hoge buitentemperatuur instellen zodat de ramen tijdens afluchtcycli goed zijn gepositioneerd. Wanneer de buitentemperatuur lager is dan de ingestelde lage buitentemperatuur, dan is de berekende afluchtstand de afluchtstand voor een lage buitentemperatuur. Wanneer de buitentemperatuur hoger is dan de ingestelde hoge buitentemperatuur, dan is de berekende afluchtstand de afluchtstand voor een hoge buitentemperatuur. Wanneer de buitentemperatuur tussen de hoge en lage buitentemperatuur ligt, dan wordt de berekende afluchtstand geïnterpoleerd tussen de twee afluchtstanden.

Om het afluchtprogramma uit te schakelen als de wick in de temperatuur- en luchtvochtigheidssensor droog wordt, stelt u het maximale luchtvochtigheidsalarm in op 98%. Als de wick dan droog wordt, is de gemeten luchtvochtigheid 100% en activeert de luchtvochtigheidssensor een alarm. Als er een alarmtoestand bestaat voor de luchtvochtigheid, dan wordt het afluchtprogramma niet uitgevoerd.

Naast de ramen kan de handbediening van maximaal twee stuk apparatuur in de kas worden ingeschakeld tijdens een afluchtcyclus. Raadpleeg voor een lijst apparatuur die u kunt bedienen Klimaatmaatwerk: te bedienen apparatuur .

U kunt vertragingen instellen voor bepaalde apparatuur in het afluchtprogramma. Deze vertragingen kunnen worden gebruikt zodat u de eerste paar minuten van het afluchtprogramma kunt gebruiken om de kas te verwarmen. Nadat de vertragingstijden zijn verstreken, kunt u de ramen openen en de koelstappen inschakelen om de lucht te verwijderen. U kunt deze vertragingen ook gebruiken om de ramen te openen voordat de koelstappen worden geactiveerd.

U kunt ook de temperaturen tijdens een afluchtprogramma aanpassen. De temperaturen die kunnen worden aangepast zijn:


Het is ook mogelijk om het afluchtprogramma in bepaalde omstandigheden te blokkeren. U wilt misschien dat het afluchtprogramma niet actief is als het buiten te koud is. Een andere mogelijke toestand is als er zich meer vocht in de lucht buiten de kas bevindt dan in de lucht in de kas.

Het afluchtprogramma kan ook worden geblokkeerd als de absolute luchtvochtigheid (de hoeveelheid vocht in de lucht gemeten in gram water per kubieke meter lucht) buiten hoger is dan binnen. In dat geval is het uitvoeren van een afluchtprogramma niet productief, omdat u meer vocht in de kas laat dan dat u uit de kas verwijdert.

Omdat het blokkeren van het afluchtprogramma twee omstandigheden gebruikt, kunt u instellen hoe u de twee omstandigheden wilt vergelijken. De opties:


Een lijst mogelijke opties voor het blokkeren van het afluchtprogramma: Klimaatmaatwerk: Omstandigheden