Temperatuur - Instellingen

Met het instellingenscherm voor de temperatuur kunt u de verwarmings- en koeltemperaturen instellen. Als u een periode wilt toevoegen of verwijderen, moet u naar het instellingenscherm voor periodes gaan, waar u een overzicht ziet van alle periode-instellingen.

U kunt de gewenste temperatuurinstellingen die de procescomputer moet handhaven, instellen. De Verwarmingstemperatuur bepaalt de temperaturen die het verwarmingssysteem probeert te handhaven. De Koeltemperatuur bepaalt de temperaturen waarbij het koelsysteem begint met koelen. Er zijn vier verschillende instelpunten voor verwarming en vier verschillende instelpunten voor koelen. De procescomputer kan de omgeving regelen door verschillende temperaturen te gebruiken voor de verschillende tijdsperioden gedurende een dag van 24 uur. Als de procescomputer zich tussen perioden bevindt, berekent de computer de juiste verwarmings- en koelinstelpunten, zodat er een geleidelijke overgang tussen de perioden is.