Schuifdak - Status

De status van het schuifdak toont de Huidige modus van het schuifdak van de kas. Mogelijke modi zijn:


De Huidige periode geeft aan welke van de maximaal vier irrigatieperioden momenteel actief is op basis van de huidige tijd en de begintijd van de perioden. Houd er rekening mee dat deze perioden verschillen van de normale klimaatperioden.

Elk van de schuifdakmotorbedieningen geeft ook een status weer. Het Percentage bedekt geeft de huidige positie van de motorbediening weer, waarbij 100% volledig bedekt is en 0% volledig ingetrokken.

De Toestand van de motorbediening geeft aan op welke manier deze wordt aangestuurd. Mogelijke toestanden zijn:


De Richting van de motorbediening is alleen geldig voor de zijmuren en geeft in welke richting de zijmuur zich bevindt. Tevens wordt weergeven of de zijmuur wordt Bediend als een zijmuur aan de windzijde of als zijmuur aan de luwe zijde.

Wanneer een van de schuifdakmotoren in de ventilatiemodus staat, worden er aanvullende berekeningen weergeven om de status van de koeling te tonen.

Huidige periode geeft de huidige temperatuurregelmodus aan. Deze periode is gebaseerd op uw instellingen voor klimaatperioden, niet voor schuifdakperioden.

De Berekende koeltemperatuur is de temperatuur die de procescomputer probeert te handhaven door gebruik van de schuifdakmotor. Deze waarde is gebaseerd op de koeltemperatuur die is ingesteld voor deze periode en eventuele aanpassingen die op dat moment plaatsvinden.

De Gemeten koeltemperatuur is doorgaans de gemeten temperatuur in de kas. Als u meer dan één temperatuursensor in de kas gebruikt, kan de gemeten koeltemperatuur één van de gemeten waarden, of de hoogste, laagste of gemiddelde waarde van de verschillende sensoren zijn. Dit kan worden ingesteld in het configuratiegedeelte voor de temperatuur.

De Koel-status geeft extra informatie over de koeling:


De huidige Koeling benodigd kan overal tussen 0,0% en 100,0% liggen. Dit percentage wordt echter slechts zo hoog berekend, als nodig is om de schuifdakmotor te laten openen. Als de stand van de motoren wordt begrensd, dan is ook het koelpercentage beperkt. Als de motor bijvoorbeeld wordt beperkt doordat het regent, dan wordt het koelpercentage niet hoger berekend dan de regenstand van de motor. Zodra het ophoudt met regenen en de motoren worden vrijgegeven, gaan deze niet in één stap volledig open, maar reageren ze trager terwijl de PID-regeling een stijging van het koelpercentage mogelijk maakt.