U kunt voor elk recept het type regeling bepalen. In sommige gevallen wilt u misschien dat recepten zowel de EC als pH regelen en bij andere recepten wilt u mogelijk alleen het pH-niveau regelen. U kunt voor elk type regeling (EC, pH en EC-voorregeling) het regeltype instellen:
GEEN REGELING - Deze regeling mag niet worden gebruikt voor dit recept. Er vindt geen dosering plaats en de alarmen worden uitgeschakeld voor dit recept.
ALLEEN ALARM - Deze regeling mag niet worden gebruikt voor dit recept. De alarmen zijn echter nog wel actief voor dit recept.
VOLLEDIGE REGELING - De regelingen en alarmen moeten voor dit recept worden gebruikt.
In sommige gevallen zult u zien dat, zelfs wanneer u het regeltype op VOLLEDIGE REGELING hebt ingesteld, de regelinstellingen niet verschijnen. Dit komt doordat de instellingen alleen verschijnen als een doseerkanaal is ingesteld voor het doseren van die meststof. Een voorbeeld: als u de pH-regeling instelt op VOLLEDIGE REGELING, maar u geen doseerkanaal hebt ingesteld voor het doseren van zuur of loog, dan kan de pH niet geregeld worden en verschijnt de instelling voor het gewenste pH-niveau NIET.
De selectie voor het doseren van ZUUR of LOOG als het pH-doseertype kan hier ook worden gedaan.
Met de waarde EC-voorregeling kan irrigatiewater worden voorgemengd. Dit wordt vaak gebruikt in circulatiesystemen waarbij het aanvoerwatersysteem een combinatie van een retourwatersysteem en systeem voor schoon water is. De EC-voorregeling mengt dit water totdat dit het gewenst EC-niveau heeft.
Met de Voorspoeltijd en Naspoeltijd kunt u onbemest water met aangepaste pH aan de planten geven vóór en/of nadat u ze hebt bemest. Een voorbeeld: als u een voorspoeltijd van 2 minuten en een naspoeltijd van 5 minuten gebruikt, wordt er elke keer dat er een irrigatiecyclus met dat recept wordt gestart, onbemest water gedurende 2 minuten vóór en 5 minuten na de irrigatiecyclus aan de planten gegeven. Dit is handig voor bovenberegening waarbij u de planten wilt afspoelen voordat u de irrigatiecyclus start, zodat de meststof niet wordt toegepast op droge bladeren die dan kunnen verbranden. Met de naspoeling kunnen de meststoffen na de irrigatiecyclus van de planten worden gespoeld, zodat de meststoffen niet op de bladeren blijven zitten. Let op: de pH-regeling is nog steeds actief tijdens de voorspoel- en naspoelcycli.
Voor elk doseerkanaal kunt u instellen of u dit met een specifiek recept wilt gebruiken. Dit wordt gedaan met de instelling Kanaal toepassen met recept 1. Als deze instelling op 0 wordt gezet, wordt het betreffende doseerkanaal niet gebruikt voor dat specifieke recept.