Als u de aanvullende belichting volledig wilt uitschakelen, stelt u Gebruik groeilicht? in op Nee. Als de aanvullende belichting dag en nacht moet branden, stelt u de begintijden en eindtijden op hetzelfde tijdstip in (een ander tijdstip dan middernacht - 00:00).
De aanvullende belichting wordt ingeschakeld op basis van een Begintijd en een Eindtijd.
![]() |
Voor elke tijdinstelling staat een astronomisch symbool. Dit symbool geeft aan of het tijdstip meeschuift met het tijdstip van zonsopgang (↑), zonsondergang (↓), of dat het hetzelfde blijft (-). Als het tijdstip met de zonsopgang meeschuift, zal het automatisch vooruit of achteruit worden aangepast aan het gewijzigde tijdstip van zonsopgang. Als het tijdstip met de zonsondergang meeschuift, zal het automatisch vooruit of achteruit worden aangepast aan het gewijzigde tijdstip van zonsondergang. Als de tijd hetzelfde blijft, zal het niet wijzigen van seizoen tot seizoen. Controleer de instelling van de breedtegraad als de tijden niet correct wijzigen. |
Reset lichtsom op tijd is het tijdstip waarop de accumulator van de aanvullende belicht moet worden gereset. Een voorbeeld: als de belichting wordt bediend op basis van de zonlichtsom (belichting nu inschakelen omdat voorgaande dag bewolkt was), dan is er vandaag een tijdstip waarop u de zonlichtsom wilt bekijken in plaats van de zonlichtintensiteit van gisteren. Dat tijdstip vult u in voor Reset lichtsom op tijd.
De instelling Belichting aan bij lichtintensiteit onder is het zonlichtniveau waaronder de belichting mag gaan branden. Als de belichting moet worden ingeschakeld ongeacht de zonlichtintensiteit buiten, stelt u voor deze instelling 0 in. De instelling Belichting aan bij lichtintensiteit boven is het zonlichtniveau waarboven de belichting moet worden uitgeschakeld.
Deze parameters kunnen worden gebruikt om overdag kunstmatig licht te gebruiken. Een voorbeeld: Begintijd = 6:00, Eindtijd = 20:00 en Belichting aan bij lichtintensiteit onder = 10,5, Belichting uit bij lichtintensiteit boven = 15,5. Als de intensiteit van het zonlicht onder 10,5 zakt tussen 6:00 en 20:00, dan gaat de aanvullende belichting branden. Zodra de belichting brandt, moet de intensiteit van het zonlicht stijgen tot boven 15,5 voordat de belichting weer wordt uitgeschakeld. De belichting gaat om 20:00 uit, ongeacht de lichtintensiteit.
Met de instelling Maximale lichtsom kunt u instellen hoe lang de belichting brandt op basis van de zonlichtsom van die dag. Deze som kan worden aangepast wanneer de belichting brandt.
U kunt deze temperaturen aanpassen wanneer de aanvullende belichting brandt:
Verwarmingstemperatuur - u kunt de gewenste kastemperatuur aanpassen die het verwarmingssysteem probeert te handhaven
Koeltemperatuur - u kunt de gewenste kastemperatuur aanpassen die het koelsysteem probeert te handhaven
Grondtemperaturen 1 - u kunt de gewenste temperatuur aanpassen die de grondverwarmingssystemen (mengkleppen of schakelverwarming) proberen te handhaven
Lokale temperaturen 1 - u kunt de gewenste temperatuur aanpassen die de grondverwarmingssystemen (mengkleppen of schakelverwarming) proberen te handhaven
Grondtemperaturen 1 - u kunt de gewenste temperatuur aanpassen die de grondverwarmingssystemen (mengkleppen of schakelverwarming) proberen te handhaven
Maximale watertemperaturen 1 - u kunt de maximale watertemperatuur tot waar het warmwatersysteem mag stijgen aanpassen
Minimale watertemperaturen 1 - u kunt de minimale watertemperatuur tot waar het warmwatersysteem mag zakken aanpassen
Offset watertemperaturen 1 - u kunt de snelheid van het warmwatersysteem aanpassen
U kunt ook selecteren of de temperatuuraanpassing te allen tijde actief moet zijn als de aanvullende belichting aan is, of alleen tijdens specifieke perioden. Een voorbeeld: u kunt de verwarmingstemperatuur verhogen als de belichting aan is gedurende de nacht, maar deze niet verhogen als de belichting aan is gedurende de dag.
De aanvullende belichting heeft een minimale aantijd die kan worden ingesteld in de configuratie-instellingen. De hoeveelheid licht die elke belichtingsset moet produceren kan hier ook worden ingesteld.
Als het nodig is om meerdere tijdstippen voor één aanvullende belichtingsset te gebruiken, dan moeten afzonderlijke uitgangen voor elk van de belichtingsprogramma’s worden gebruikt en op elkaar worden aangesloten.