![]() |
Deze procedure gaat uit van kalibratie met de Priva-kalibratiehouder waarin beide pH-sensoren tegelijk geplaatst kunnen worden. Verder wordt uitgegaan van de standaardvloeistoffen voor kalibratie (pH's 4.0 en 7.0 bij 25 °C) die in kunststof flesjes of glazen ampullen nageleverd kunnen worden. |
![]() |
Kalibratiehouder voor pH-sensoren |
Deze procedure kan anders zijn afhankelijk van de locatie van de pH-sensor:
voor regelende pH-sensoren
voor verifiërende pH-sensoren
voor pH-drainagesensoren.
Zorg ervoor dat de compartimenten van de kalibratiehouder schoon en droog zijn en dat de kalibratievloeistoffen op kamertemperatuur zijn gekomen.
Giet de kalibratievloeistoffen in de compartimenten (1 compartiment met twee openingen voor pH=7,0 en 1 compartiment met twee openingen voor pH=4,0).
Stel de eenheid in op onderhoudsmodus:
Ga naar Waterruimte > Watersysteem > Instellingen > Stop watersysteem voor onderhoud en selecteer ONMIDDELLIJK.
Schakel de pompschakelaar(s) uit.
NutriJet: Sluit de handkranen in de vertakkingsleiding met de doseerkanalen om de leiding tussen de handkranen af te zonderen.
NutriJet: Sluit de drainagekleppen in de buurt van de pH- en EC-sensoren om de druk in de leiding tussen de handkranen af te laten.
Afhankelijk van de locatie van de pH-sensoren:
Voor de regelende pH-sensor: ga naar Waterruimte > Watersysteem > Configuratie, kolom Gemeten.
Voor de verifiërende pH-sensor: ga naar Waterruimte > Watersysteem > Configuratie, kolom Controleer.
Voor de pH-drainagesensor: ga naar Zone > Irrigatiedrainage > Configuratie.
Stel 7,0 pH in als de Hoge referentie voor de pH-waarde van deze oplossing.
Schroef de pH-sensoren los van de pH-sensorhouder, spoel de glazen membranen met gedestilleerd water en leg ze in de compartimenten met pH = 7,0.
Wacht een aantal minuten totdat de Gemeten ruwe waarde stabiel is.
Kopieer de waarde bij Gemeten ruwe waarde naar Hoge ruwe waarde.
![]() |
Als de kalibratieprocedure onjuist wordt uitgevoerd, is de afgelezen pH-waarde niet stabiel. Voer de kalibratie nogmaals uit (met nieuwe kalibratievloeistof en/of een nieuwe pH-sensor). |
Verwijder de pH-sensoren uit de compartimenten en spoel de glazen membranen met gedestilleerd water.
Stel 4,0 pH in als de Lage referentie voor de pH-waarde van deze oplossing.
Leg de pH-sensoren in het compartiment met pH = 4,0.
Wacht een aantal minuten totdat de Gemeten ruwe waarde stabiel is.
Kopieer de waarde bij Gemeten ruwe waardenaar Lage ruwe waarde.
Spoel de glazen membranen van de pH-sensoren met gedestilleerd water en schroef de pH-sensoren terug in de pH-sensorhouder.
Stel de eenheid in op bedrijfsmodus:
Ga naar Waterruimte > Watersysteem > Instellingen > Stop watersysteem voor onderhoud en selecteer GEEN STOP.
Zet de pompschakelaar(s) in op automatisch.
NutriJet: Open de handkranen in de vertakking met de doseerkanalen.
NutriJet: Open de drainagekleppen in de buurt van de pH- en EC-sensoren.
Controleer de schroefkoppeling op de pH-sensorhouder op lekkage.
Voer de gebruikte kalibratievloeistoffen uit de compartimenten af in overeenstemming met de lokale regelgeving. Spoel de compartimenten met gedestilleerd water en bewaar de kalibratiehouder op een schone plaats.