U kunt voor elk van de perioden de maximumtemperatuur en minimumtemperatuur instellen. Het energiesysteemprogramma probeert de toevoerwatertemperatuur tussen deze minimum- en maximumniveaus te houden. De minimumwaarde kan worden gebruikt om een minimumtemperatuur in de warmteaanvoerleidingen te behouden voor reservewarmte. De maximale waarde kan worden ingesteld op de hoogste temperatuur die de ketels kunnen leveren. De instellingen Verschiltemperatuur bepalen op hoeveel graden boven het hoogste verzoek van alle aangesloten zones het energiesysteem gedurende elke periode moet liggen. Dit zorgt ervoor dat de zones de benodigde watertemperatuur ontvangen, omdat het water afkoelt terwijl het wordt geleverd via de verwarmingsleidingen.
De retourtemperatuurregeling (ook wel ‘Boilershock’ of ‘Dauwpuntregeling’ genoemd) kan worden gebruikt als u een watertemperatuursensor hebt die meet hoe warm het water is dat terugkeert naar het energiesysteem. U kunt een Gewenste retourtemperatuur en/of Verschil retourtemperatuur instellen, waarmee de watertemperatuur van het naar het energiesysteem terugkerend water kan worden geregeld. De gewenste retourtemperatuur is een vaste watertemperatuur en het verschil watertemperatuur verwijst naar het verschil tussen de gemeten aanvoertemperatuur en de gemeten retourtemperatuur. Als de gemeten retourtemperatuur op het punt staat onder de gewenste retourtemperatuur te zakken (of als het verschil tussen de aanvoer- en retourtemperatuur groter is dan de instelling Verschil watertemperatuur), dan kan het energiesysteem starten met het sluiten van de mengklep en de klimaatzones vertellen dat de hoeveelheid warmte die deze zones verbruiken, moet worden beperkt. Door af te dwingen dat de klimaatzones beperken hoeveel warmte deze gebruiken, kunt u ervoor zorgen dat meer warm water terugkeert naar de ketel en dat dit retourwater niet te koud wordt. Om de begrenzing voor de zones in te stellen, gaat u naar Energiesysteem - Configuratie en past u de waarden voor de capaciteitstoename en de capacteitsafname aan.
Om de retourtemperatuur te handhaven, moet de procescomputer mogelijk de mengkleppen van de kas gedeeltelijk sluiten. Elke mengklep die is verbonden aan een warmteaanvoer, kan worden begrensd. Instellingen voor elke mengklep van een zone kunt u vinden in het configuratiegedeelte voor de mengkleppen.