Huidige periode geeft de huidige temperatuurregelmodus aan.
De Berekende koeltemperatuur is de temperatuur die de procescomputer probeert te handhaven door gebruik van de ramen en koelstappen. Deze waarde is gebaseerd op de koeltemperatuur die is ingesteld voor deze specifieke periode en eventuele aanpassingen die op dat moment plaatsvinden. Doorgaans schakelt de procescomputer de koeling in om de temperatuur op de berekende koeltemperatuur te houden.
De Gemeten koeltemperatuur is doorgaans de gemeten temperatuur in de kas. Als u meer dan één temperatuursensor in de kas gebruikt, kan de gemeten koeltemperatuur één van de gemeten waarden, of de hoogste, laagste of gemiddelde waarde van de verschillende sensoren zijn. Dit kan worden ingesteld in het configuratiegedeelte voor de temperatuur.
De Koelstatus geeft extra informatie over de koeling:
GEEN KOELING - er is op dit moment geen koeling nodig
KOELING - de procescomputer bedient apparatuur om de kas te koelen
MAXIMALE KOELING - alle koelstappen die actief mogen zijn, zijn momenteel actief en de ramen staan zo ver open als toegestaan
MODUS 2 GEEN KOELING - het ventilatiesysteem staat op modus 2, maar er is op dit moment geen apparatuur vereist voor koelen
MODUS 2 KOELING - het ventilatiesysteem staat op modus 2 en apparatuur wordt bediend om de kas te koelen
MODUS 2 MAXIMALE KOELING - het ventilatiesysteem staat op modus 2 en alle koelstappen die actief mogen zijn, zijn momenteel actief en de ramen staan zo ver open als toegestaan
De huidige Vereiste koeling kan ergens tussen 0,0% en 100,0 % liggen. Dit percentage loopt echter uitsluitend voldoende op om ervoor te zorgen dat de ramen opengaan. Als de stand van de ramen wordt begrensd als gevolg van regen, is ook het koelingspercentage beperkt. Zodra het ophoudt met regenen en de ramen worden vrijgegeven, gaan deze niet in één stap volledig open, maar reageren ze trager terwijl de PID-regeling een stijging van het koelingspercentage mogelijk maakt.
De Berekende raamstand geeft aan op welke stand het raam volgens de procescomputer moet staan. De berekende stand wijzigt van minuut tot minuut. Wanneer het verschil tussen de berekende stand en de daadwerkelijke stand groter is dan de dode zone, wordt het raam verplaatst.
De Daadwerkelijke raamstand toont de fysieke stand van het raam. Deze gegeven standen worden als percentage geopend weergegeven. Als er geen raamstandsensor is aangesloten op het raam, wordt er een door de procescomputer geschatte waarde weergegeven.
Het Raamtype geeft informatie over de locatie van het raam:
DAKOPENING – Het raam bevindt zich op het dak van de kas
RAAMGEVEL – Het raam bevindt zich in de gevel van de kas
LAGE RAAMGEVEL – Het raam bevindt zich in de lage gevel van de kas
CONSTANT DAK WINDZIJDE – Het raam bevindt zich op het dak van de kas en wordt bediend als raam aan de windzijde, ongeacht de windrichting.
CONSTANT DAK LUWZIJDE – Het raam bevindt zich op het dak van de kas en wordt bediend als raam aan de luwe zijde, ongeacht de windrichting.
CONSTANTE GEVEL WINDZIJDE – Het raam bevindt zich in de gevel van de kas en wordt bediend als raam aan de windzijde, ongeacht de windrichting.
CONSTANTE GEVEL LUWZIJDE – Het raam bevindt zich in de gevel van de kas en wordt bediend als raam aan de luwe zijde, ongeacht de windrichting.
CONSTANTE GEVEL FLANKZIJDE – Het raam bevindt zich in de gevel van de kas en wordt bediend als raam aan de flankzijde, ongeacht de windrichting.
CONSTANTE LAGE GEVEL WINDZIJDE – Het raam bevindt zich in de gevel van de kas en wordt bediend als raam aan de windzijde, ongeacht de windrichting.
CONSTANTE LAGE GEVEL LUWZIJDE – Het raam bevindt zich in de gevel van de kas en wordt bediend als raam aan de luwe zijde, ongeacht de windrichting.
CONSTANTE LAGE GEVEL FLANKZIJDE – Het raam bevindt zich in de gevel van de kas en wordt bediend als raam aan de flankzijde, ongeacht de windrichting.
RICHTINGSONAFHANKELIJK – Het raam wordt bediend als richtingsonafhankelijk raam.
De Raamrichting geeft aan hoe het raam momenteel wordt aangestuurd. Opties zijn:
LUW - Dit raam bevindt zich op het dak of in de wand van de kas, in de richting van de wind.
WIND - Dit raam bevindt zich op het dak of in de wand van de kas en is van de wind af gericht.
FLANK - Dit raam bevindt zich in de wand van de kas, parallel aan de huidige windrichting.
RICHTINGSONAFHANKELIJK - Dit raam is geconfigureerd om altijd op dezelfde manier te werken, ongeacht de windrichting.
De Raamstatus geeft aan waarom het raam op een bepaalde stand staat:
GEEN VENTILATIE - het raam is dicht, omdat er geen ventilatie nodig is
VENTILEREN - het raam is geopend voor ventilatie
AFLUCHTSTAND - het raam is geopend in de afluchtstand vanwege een afluchtcyclus
HANDBEDIENING MINIMUM - het raam staat in de minimumstand bepaald met de door de gebruiker ingestelde handbediening
MINIMUMSTAND - het raam staat open in de minimumstand voor deze periode
MINIMUMSTAND MODUS 1 - het koelsysteem staat in modus 1 en het raam staat open in de minimumstand voor modus 1
MINIMUMSTAND MODUS 2 - het koelsysteem staat in modus 2 en het raam staat open in de maximumstand voor modus 2
MAXIMUMSTAND MODUS 1 - het koelsysteem staat in modus 1 en het raam staat open in de minimumstand voor modus 1
MAXIMUMSTAND MODUS 2 - het koelsysteem staat in modus 2 en het raam staat open in de maximumstand voor modus 2
MAXIMUMSTAND - het raam staat open in de maximumstand voor deze periode
HANDBEDIENING MAXIMUM - het raam staat in de maximumstand toegestaan door de gebruiker ingestelde handbediening
MAXIMUMSTAND HARDE WIND - het raam staat in de maximumstand voor harde wind
MAXIMUMSTAND REGEN - het raam staat in de maximumstand voor regen
VORSTBESCHERMING - het raam is gesloten vanwege vorst of begint met openen nadat de vorst is gestopt
RAAM SYNCHRONISEREN - het raam is gesloten zodat de stand kan worden gesynchroniseerd
MISTSTAND - het raam mag niet worden gesloten vanwege een recente mistcyclus
HANDBEDIENING - de handbediening is actief voor het raam
Het Berekende koelingseffect geeft aan hoeveel van het totale koelingseffect van het raam de procescomputer nodig heeft. Als de ramen zijn ingesteld voor lineaire regeling, is het koelingseffect hetzelfde als de stand. Als de ramen zijn ingesteld voor niet-lineaire regeling in het configuratiegedeelte, kan het koelingseffect van het raam anders zijn dan de raamstand. Het Daadwerkelijke koelingseffect toont het totale koelingseffect van het raam.