Er zijn verschillende manieren om een irrigatiecyclus te starten, afhankelijk van de benodigde irrigatie:
Met irrigatie onder VOORWAARDE kunt u uw irrigatiecycli starten op basis van een aantal voorwaarden in de kas. Hiermee kunt u afzonderlijke voorwaarden voor alle zes de perioden van een dag instellen. Details over de instellingen voor irrigatie met voorwaarden worden later in dit hoofdstuk beschreven.
Met DAGELIJKS irrigatie kunt u specifieke tijdstippen instellen waarop u wilt dat er die dag wordt geïrrigeerd. U kunt maximaal 30 cycli per dag inplannen. De irrigatiecycli worden elke dag herhaald.
Met ELK AANTAL DAGEN irrigatie kunt u specifieke dagen en tijdstippen instellen waarop u wilt dat er wordt geïrrigeerd. U kunt maximaal 30 irrigatiecycli instellen voor een periode van 14 dagen. Wanneer de laatste dag van de cyclus is voltooid, begint de cyclus opnieuw. Als de laatste irrigatiecyclus bijvoorbeeld op de 7e dag is gepland, dan begint de volledige cyclus op de 8e dag opnieuw. Het is ook mogelijk om het dagnummer te veranderen als u het punt waarop u zich in de cyclus bevindt wilt aanpassen.
Met NIET-HERHALEND irrigatie kunt u afzonderlijke irrigatiecycli inplannen. De irrigatie wordt uitgevoerd op de ingestelde datum en het ingestelde tijdstip. U kunt maximaal 30 niet-herhalende cycli inplannen. U moet de cyclus elke keer opnieuw instellen.
De irrigatie kan nog verder worden aangepast door het instellen van de opties in Watergift strategie - Geavanceerde instellingen.
Naast uw geplande irrigatie kunt u altijd voor de optie Cyclus nu handmatige starten kiezen. Een cyclus die handmatig is gestart, negeert eventuele instellingen voor de planning en activeert direct een irrigatiecyclus. Een handmatige irrigatiecyclus stelt alle tijdstippen voor de irrigatiecyclus opnieuw in wanneer VOORWAARDE irrigatie wordt gebruikt. Laten we bijvoorbeeld zeggen dat u irrigatie met voorwaarden gebruikt en u de instellingen zo hebt aangepast dat er elk uur wordt geïrrigeerd. Uw laatste irrigatiecyclus was om 9:00 en u verwacht de volgende een uur later om 10:00. Als u om 9:30 een handmatige irrigatiecyclus start, dan worden de tellers opnieuw ingesteld en dan begint de volgende irrigatiecyclus om 10:30. Handmatig starten is niet toegestaan in de modi DAGELIJKS, ELK AANTAL DAGEN of NIET-HERHALEND wanneer de hoeveelheden per kraan of recepten zijn ingesteld voor elke cyclus.
Het is ook mogelijk om een actieve irrigatiecyclus te stoppen. Wanneer een irrigatiecyclus wordt uitgevoerd, kunt u de optie Huidige actieve irrigatiecyclus afbreken? kiezen. Door deze waarde op JA in te stellen, worden eventuele actieve kranen gestopt en worden alle kranen die aan deze strategie zijn gekoppeld, verwijderd.
In de volgende alinea's worden de instellingen voor irrigeren met voorwaarden uitgebreider beschreven. Met irrigeren met voorwaarden kunt u meerdere parameters instellen waarmee een irrigatiecyclus wordt gestart indien er aan de parameters is voldaan. U kunt verschillende parameters voor maximaal zes verschillende perioden van de dag gebruiken.
![]() |
Als het noodzakelijk is om een irrigatieloze periode te hebben, stelt u het maximale interval tussen cycli in op 0 en zorgt u ervoor dat geen van de starttriggers van de irrigatie zijn ingesteld. Als de irrigatie al actief is wanneer het einde van de huidige periode wordt bereikt, wordt de irrigatiecyclus die momenteel wordt uitgevoerd, voltooid. |
Elke periode heeft een eigen Begintijd. De eindtijd van een periode is de begintijd van de volgende periode.
![]() |
Voor elke tijdinstelling staat een astronomisch symbool. Dit symbool geeft aan of het tijdstip meeschuift met het tijdstip van zonsopgang (↑), zonsondergang (↓), of dat het hetzelfde blijft (-). Als het tijdstip met de zonsopgang meeschuift, zal het automatisch vooruit of achteruit worden aangepast aan het gewijzigde tijdstip van zonsopgang. Als het tijdstip met de zonsondergang meeschuift, zal het automatisch vooruit of achteruit worden aangepast aan het gewijzigde tijdstip van zonsondergang. Als de tijd hetzelfde blijft, zal het niet wijzigen van seizoen tot seizoen. Controleer de instelling van de breedtegraad als de tijden niet correct wijzigen. |
Zodra de irrigatie is ingesteld op basis van activeringsniveaus, kunt u het aantal cycli beperken. De procescomputer kan het veld Maximuminterval tussen cycli gebruiken om het maximumaantal minuten tussen het einde en het begin van een nieuwe cyclus aan te geven. Een voorbeeld: als u de irrigatie instelt om te lopen op basis van de lichtsom, dan kunt u een maximuminterval instellen, zodat het programma ook kan starten als er niet voldoende licht is.
Het veld Minimuminterval tussen cycli bevat de tijd gedurende welke het irrigatieprogramma moet wachten voordat er een andere irrigatiecyclus kan starten. Zelfs als een externe start, VPD-start of een zonnestart nodig is, start het programma niet totdat de minimale intervaltijd is verstreken. Dit zorgt ervoor dat het programma niet te vaak wordt uitgevoerd.
Het programma gebruikt altijd het minimum- en maximuminterval van de huidige periode, niet het minimum- en maximuminterval van de periode in de laatst voltooide cyclus.
Als u de lichtsom en VPD-som wilt resetten aan het begin van een periode, stelt u Reset sommen bij begin van periode in op JA. De lichtsom wordt dan teruggezet op 0 aan het begin van die periode. Als u Reset sommen bij begin van periode instelt op NEE, worden de overgebleven geaccumuleerde waarden meegenomen naar de volgende periode.
De procescomputer staat het activeren van een irrigatiecyclus onder veel verschillende toestanden toe. De starttoestand kan de kranen starten op basis van veel verschillende toestanden. De instellingen Start voorwaarde 1 en Start voorwaarde 2 kunnen per irrigatiestartprogramma worden ingesteld om een cyclus te starten. De starttoestand bepaalt ook hoe vaak de kranen actief moeten worden en hoe lang deze actief moeten blijven.
Mogelijke opties voor de starttriggers:
LICHTINTENSITEIT - Gemeten intensiteit van het zonlicht voor de zone. Dit is de vertraagde intensiteit die door de procescomputer wordt gebruikt, niet het onvertraagde, daadwerkelijke zonlichtniveau.
LICHTSOM - Gemeten lichtsom sinds de laatste irrigatiecyclus. Dit getal wordt gereset na elke irrigatiecyclus en kan indien gewenst aan het begin van een periode worden gereset.
VPD-SOM - Gemeten VPD-som sinds de laatste irrigatiecyclus. Dit getal wordt gereset na elke irrigatiecyclus en kan indien gewenst aan het begin van een periode worden gereset.
VOCHT SENSOR 1 - Eerste vochtniveausensor in een zone.
EXTERNE START 1 - Eerste starttrigger voor irrigatie in een zone. De waarde kan 0 (UIT) of 1 (AAN) zijn.
AANTAL STARTS - Aantal keer dat de irrigatiecyclus tot nu toe in deze periode is gestart. Als u een irrigatiecyclus slechts één keer aan het begin van een periode wilt starten, kunt u de starttrigger zo instellen dat de irrigatie wordt gestart als het aantal starts minder is dan 1.
KRAAN TEMPERATUUR - Huidige gemeten temperatuur die aan de kraan is gekoppeld. U kunt deze waarde selecteren in het kraanconfiguratiescherm.
KRAANRELATIEVE LUCHTVOCHTIGHEID - Huidige gemeten relatieve luchtvochtigheid die aan de kraan is gekoppeld. U kunt deze waarde selecteren in het kraanconfiguratiescherm.
KRAAN VOCHTDEFICIT - Huidig gemeten vochtdeficit dat aan de kraan is gekoppeld. U kunt deze waarde selecteren in het kraanconfiguratiescherm.
VPD KRAAN - Huidig gemeten dampdrukdeficit dat aan de kraan is gekoppeld. U kunt deze waarde selecteren in het kraanconfiguratiescherm.
ALGEMENE METING 1 - Huidige waarde van de eerste algemene meting
WINDSNELHEID - Huidige gemeten windsnelheid
BUITENTEMPERATUUR - Huidige gemeten buitentemperatuur
LUCHTVOCHTIGHEID BUITEN - Huidige gemeten relatieve luchtvochtigheid buiten
REGEN - Indicatie of het momenteel regent of niet. Mogelijke indicatoren zijn 0, wat betekent dat het momenteel niet regent, of hoger dan 0, wat betekent dat het momenteel regent.
Het is ook mogelijk om de irrigatie op bepaalde dagen van de week uit te schakelen als u irrigatie met voorwaarden gebruikt. U kunt voor elke dag van de week instellen of u het irrigatieprogramma wilt uitvoeren. Met de instellingen in het bovenstaande display kan de teler bepalen op welke dagen van de week de irrigatie wordt geactiveerd. Als u wilt, kunt u de irrigatie zodanig beperken dat er op specifieke dagen van de week geen cyclus plaatsvindt. Als een van de dagen is ingesteld op NEE, wordt de irrigatie op die dag niet gestart. Als Weekklokinstellingen is ingesteld op NEE, mag de irrigatie starten, ongeacht welke dag van de week het is.
Opties voor het instellen van de duur, de flow en het recept kunnen worden ingesteld in Watergift strategie - Geavanceerde instellingen.
De Maximumhoeveelheid is de maximumhoeveelheid water die u wilt geven aan de kraan tijdens elke irrigatiecyclus. Deze wordt gebruikt als u wilt irrigeren op basis van kwantiteit.
De Tijd per kraan is de maximumtijd gedurende welke de kraan actief mag zijn tijdens elke irrigatiecyclus. Dit wordt gebruikt als u wilt irrigeren op basis van tijd. Deze waarde wordt ingesteld in minuten en seconden.
Als de waarden zijn ingesteld voor zowel Tijd per kraan als Maximumhoeveelheid, dan stopt de kraan wanneer het eerste maximum is bereikt. Dit is handig als u wilt irrigeren op basis van debiet en de tijd per kraan wilt gebruiken als bescherming voor het geval er problemen met de debietsensor optreden.
De gebruiker heeft de optie om een gietkraan een aantal keer snel achter elkaar te activeren. Dit is handig als u een aantal keer snel achter elkaar wilt irrigeren met korte intervallen om het groeimedium het water te laten absorberen. Het Aantal keer herhalen geeft aan hoe vaak de kranen worden geactiveerd na de eerste activering. Herhaalinterval geeft het aantal minuten aan voordat de cyclus wordt herhaald.
Aangezien er meer dan een irrigatiekraan of mistklep actief kan zijn binnen hetzelfde watersysteem, kan de gebruiker een Prioriteit instellen die wordt toegewezen aan de kranen/kleppen die aan dit systeem zijn gekoppeld. Prioriteitsniveau 1 is de hoogste prioriteit (topprioriteit) en prioriteitsniveau 15 is de laagste prioriteit. Het watersysteem activeert kranen/kleppen met een hogere prioriteit (lage getallen) voordat kranen/kleppen met lage prioriteit (hogere getallen) worden geactiveerd. Als Sta onderbreken toe is ingesteld op JA, kan het watersysteem de irrigatiekranen met een lagere prioriteit halverwege de cyclus stoppen om kranen met een hogere prioriteit voor een cyclus te activeren.
Wanneer de eb- en vloedkranen worden gebruikt, is de Spuiklep standtijd de tijd in minuten gedurende welke het water op de tafel (of vloer) blijft staan voordat de drainage wordt gestart. Zodra de vulpomp de bak begint te vullen, wordt de spuiklep gesloten en begint het aftellen voor de standtijd. Een voorbeeld: als het 5 minuten duurt om de vloer met water te vullen en u wilt dat het water 5 minuten in de bak blijft staan nadat het vullen is voltooid, stelt u Standtijd spuiklep in op 10 minuten.