Voer bij Warmtebroncapaciteit de verwachte capaciteit (in kilowatt) van de warmtebron in wanneer deze actief is.
Het % start volgende warmtebron is de capaciteit waarbij de volgende warmtebron mag starten. Een voorbeeld: als de maximale warmtebroncapaciteit 50 kilowatt is en de volgende warmtebron is ingesteld om te starten bij 80% capaciteit en de dode zone van de warmtebron 5 kilowatt is, wordt de volgende warmtebron ingeschakeld wanneer de vraag van de kas zo hoog is dat deze warmtebron 40 kilowatt moet leveren. De volgende warmtebron wordt alleen uitgeschakeld wanneer de vraag onder 35 kilowatt zakt en de gemeten warmteaanvoertemperatuur boven de berekende warmteaanvoertemperatuur ligt.
Aan iedere warmtebron kan een Prioriteitsniveau worden toegewezen. Warmtebronnen met prioriteit 1 zijn de eerste warmtebronnen die worden geactiveerd bij een warmtevraag, gevolgd door respectievelijk warmtebron 2, warmtebron 3 en tot slot warmtebron 4.
Warmtebronnen kunnen ook deel uitmaken van een Roulatiegroep. In de roulatiegroep is elke warmtebron de primaire warmtebron op verschillende tijdstippen, waardoor alle warmtebronnen in gelijke mate worden gebruikt. Als warmtebron 1 en warmtebron 2 zich in roulatiegroep 1 bevinden en warmtebron 3 en warmtebron 4 zich in roulatiegroep 2 bevinden, dan rouleert het prioriteitsniveau van warmtebron 1 en 2 en van warmtebron 3 en 4. Als warmtebron 1, 2 en 3 zich alle drie in dezelfde roulatiegroep bevinden en warmtebron 4 in een aparte roulatiegroep, dan rouleren warmtebron 1, 2 en 3, maar warmtebron 4 niet. Door de roulatiegroep in te stellen op 0, wordt deze warmtebron niet in een roulatiegroep ingedeeld.
De prioriteit bepaalt wanneer elke warmtebron mag stoppen en starten:
U kunt elke warmtebron een prioriteitsniveau geven. De prioriteit bepaalt wanneer elke warmtebron mag stoppen en starten.
Prioriteitsniveau |
Warmtebron start |
Warmtebron stopt |
1 |
wanneer er een warmtevraag is |
wanneer er geen warmtevraag is |
2 |
wanneer de warmtevraag groter is dan (capaciteit van warmtebron prioriteit 1) keer (percentage voor start volgende warmtebron) |
wanneer de warmtevraag kleiner is dan (capaciteit van warmtebron prioriteit 1) keer ((percentage voor start volgende warmtebron) - (dode zone warmtebron)) |
3 |
wanneer de warmtevraag groter is dan (capaciteit van warmtebron prioriteit 1) plus ((capaciteit van warmtebron prioriteit 2) keer (percentage voor start volgende warmtebron)) |
wanneer de warmtevraag kleiner is dan (capaciteit van warmtebron prioriteit 1) plus ((capaciteit van warmtebron prioriteit 2) keer (percentage voor start volgende warmtebron)) - (dode zone warmtebron) |
4 |
wanneer de warmtevraag groter is dan (gecombineerde capaciteit van warmtebron prioriteit 1 en 2) plus ((capaciteit van warmtebron prioriteit 3) keer (percentage voor start volgende warmtebron)) |
wanneer de warmtevraag kleiner is dan (gecombineerde capaciteit van warmtebron prioriteit 1 en 2 ) plus ((capaciteit van warmtebron prioriteit 3) keer (percentage voor start volgende warmtebron)) - (dode zone warmtebron) |
Als de warmtebronnen zich in roulatiegroepen bevinden, kunt u opgeven wanneer de warmtebronnen rouleren. Dat kunt u doen door Rouleren warmtebronnen in te stellen:
STANDAARD - De apparatuur behoudt de standaarduitgangswaarden. Warmtebron 1 blijft altijd warmtebron 1, warmtebron 2 blijft altijd warmtebron 2, etc.
NIET NU - De apparatuur wordt niet automatisch gerouleerd. De apparatuur kan handmatig worden gerouleerd door deze waarde in te stellen op NU.
NU - De apparatuur wordt voorbereid op onmiddellijke roulatie. Zodra de apparatuur gereed is voor roulatie, wordt deze instelling teruggezet naar de vorige instelling.
DAGELIJKS - De apparatuur wordt voorbereid op dagelijkse roulatie om 10:00.
MAANDAG - De apparatuur wordt voorbereid op roulatie om 10:00 op maandag.
DINSDAG - De apparatuur wordt voorbereid op roulatie om 10:00 op dinsdag.
WOENSDAG - De apparatuur wordt voorbereid op roulatie om 10:00 op woensdag.
DONDERDAG - De apparatuur wordt voorbereid op roulatie om 10:00 op donderdag.
VRIJDAG - De apparatuur wordt voorbereid op roulatie om 10:00 op vrijdag.
ZATERDAG - De apparatuur wordt voorbereid op roulatie om 10:00 op zaterdag.
ZONDAG - De apparatuur wordt voorbereid op roulatie om 10:00 op zondag.
MAANDELIJKS - De apparatuur wordt voorbereid op roulatie om 10:00 op elke eerste maandag van de maand.
De waarde Dode zone warmtebron zorgt ervoor dat de warmtebronnen niet te vaak worden gestart. Als de dode zone is ingesteld op 10 kilowatt, wordt de eerste warmtebron ingeschakeld wanneer de gevraagde kascapaciteit 10 kilowatt bereikt en wordt de warmtebron uitgeschakeld wanneer de gevraagde kascapaciteit zakt naar 0 kilowatt. Als uw tweede warmtebron is ingesteld om te starten bij 100 kilowatt (op basis van de warmtebroncapaciteit), dan mag de warmtebron worden uitgeschakeld als de gevraagde kascapaciteit onder 90 kilowatt (100 KW min 10 KW (dode zone)) zakt.