Met Kalibratieoffset watertemperatuur kan de waarde van de sensor worden gecorrigeerd. Een voorbeeld: als de temperatuursensor een waarde detecteert die 0,8° te hoog is, kunt u een kalibratieoffset van -0,8° instellen. Daardoor wordt 0,8° van de waarde afgetrokken. Let op: Priva-sensoren (met uitzondering van pH-, CO2- en raamsensoren) hoeven niet gekalibreerd te worden.
Wanneer u uw mengkleppen gaat instellen, is er bepaalde informatie die u moet invoeren om ervoor te zorgen dat de mengkleppen juist worden ingesteld. Als eerste zijn er een aantal fysieke eigenschappen die moeten worden ingevoerd.
Met het Type regeling voor mengklep kunt u instellen of deze mengklep moet worden gebruikt voor verwarming (verwarmd water wordt door de buizen gepompt om de kas te verwarmen) of koelen (gekoeld water wordt door de buizen gepompt om de kas te koelen).
De keuzemogelijkheid voor de temperatuursensor wordt gebruikt als u meerdere temperatuursensoren in een zone hebt. In dat geval kunt u per mengklep selecteren welke sensoren u wilt gebruiken voor de regeling. U kunt de regeling ook laten uitvoeren op basis van de hoogste of laagste of gemiddelde waarde.
Opties voor het selecteren van de temperatuursensor:
Luchttemperatuursensor 1 - De regeling werkt op basis van de gemeten temperatuur van zonetemperatuursensor 1.
Hoogste luchttemperatuur - De regeling werkt op basis van de hoogste gemeten temperatuur van temperatuursensor 1, temperatuursensor 2, temperatuursensor 3 en temperatuursensor 4.
Gemiddelde luchttemperatuur - De regeling werkt op basis van de gemiddelde gemeten temperatuur van temperatuursensor 1, temperatuursensor 2, temperatuursensor 3 en temperatuursensor 4.
Laagste luchttemperatuur - De regeling werkt op basis van de laagste gemeten temperatuur van temperatuursensor 1, temperatuursensor 2, temperatuursensor 3 en temperatuursensor 4.
Bodemtemperatuur 1 - De regeling werkt op basis van de berekende en gemeten temperatuur van de bodemverwarming 1.
Lokale temperatuur 1 - De regeling werkt op basis van de berekende en gemeten temperatuur van de lokale verwarming 1.
Een voorbeeld van het gebruiken van sensorselectie is als u mengkleppen hebt die worden gebruikt voor gebiedverwarming, randverwarming of tafelverwarming. Elke van de vier mengkleppen kan worden geregeld door verschillende sensoren. Als u twee mengkleppen hebt, een voor de linkerhelft van de kas en een voor de rechterhelft, dan kan u de eerste mengklep instellen voor regeling op basis van luchttemperatuursensor 1 en de tweede mengklep voor regeling op basis van luchttemperatuursensor 2. Deze sensor wordt dan geplaatst in het gebied dat wordt geregeld door de tweede mengklep. In dit voorbeeld kunt u de raamregeling instellen op de hoogste luchttemperatuur tijdens het configureren van de koelregeling, zodat de ventilatieregeling werkt op basis van de hoogste waarde van de twee temperatuursensoren.
De Looptijd mengklep is het aantal seconden dat de mengklep nodig heeft om van volledig geopend naar volledig gesloten te gaan zonder tussenstops.
De Schaalfactor bepaalt op welke snelheid de mengkleppen opnieuw worden ingesteld om de watertemperatuur te regelen. Als de schaal is ingesteld op 2,0, dan beweegt de mengklep 2% voor elke graad verschil tussen de berekende en gemeten watertemperatuur. De aanbevolen waarde is 0,5, wat betekent dat de klep elke 15 seconden een half procent beweegt voor elke graad verschil tussen de berekende en de gemeten watertemperatuur.
De Maximale stap is de maximale hoeveelheid die de mengklep in één stap mag bewegen. Door de maximale stapgrootte te beperken, kunt u de fluctuatie in uw ketelsysteem enigszins beperken. Als u de mengklep met de hand bedient, wordt de maximale stap genegeerd.
De Minimale stap is de minimale hoeveelheid die de mengklep in één stap mag bewegen. Als de procescomputer een beweging berekent die kleiner is dan deze instelling, dan wordt de mengklep niet bewogen. De computer wacht met het bewegen van de mengklep totdat de geaccumuleerde beweging de minimale stap overschrijdt. Als u de mengklep met de hand bedient, wordt de minimale stap genegeerd.
De waarden KW voor minimale pompsnelheid en KW voor maximale pompsnelheid worden weergegeven als u een circulatiepomp met variabele snelheid hebt. Met deze instellingen kunt u de gewenste snelheid van de circulatiepomp instellen. Als het toegestane aantal kilowatt voor de mengklep kleiner is dan of gelijk is aan het aantal kilowatt voor de minimale snelheid van de circulatiepomp, zal de circulatiepomp op de minimumsnelheid draaien. Als het toegestane aantal kilowatt voor de mengklep groter is dan of gelijk is aan het aantal kilowatt voor de maximale snelheid van de circulatiepomp, zal de circulatiepomp op de maximumsnelheid draaien. Als het toegestane aantal kilowatt tussen deze twee getallen ligt, draait de pomp op verlaagde snelheid.
Als bescherming voor de warmwaterleidingen in de kas is er en Absolute maximale watertemperatuur die u kunt instellen. De berekende watertemperatuur van de mengklep mag niet hoger worden dan deze temperatuur, zelfs wanneer de gebruiker een hogere maximale watertemperatuur op gebruikersniveau instelt. Deze extra bescherming is bedoeld voor warmwaterbuizen van plastic om te voorkomen dat de buizen door het hete water in het systeem smelten.
![]() |
Als u de handbediening of de door de gebruiker gedefinieerde handbediening van de mengklep activeert, wordt de absolute maximale watertemperatuur genegeerd en kan de mengklep worden geopend in de door u gewenste stand. |
Er zijn ook instellingen in elke kas die voorkomen dat de ketel en het energiesysteem te koud worden. Door de hoeveelheid warm water die de mengkleppen van de kas mogen gebruiken, te beperken, kunt u de ketel en het energiesysteem beschermen. Deze instellingen kunt u vinden in Begrens mengklep op basis van beschikbare warmte:
GEEN - De mengklep wordt niet beperkt door het energiesysteem.
BEGRENS CAPACITEIT - Als het retourwater dat terugkeert naar het energiesysteem te koud is, wordt de berekende capaciteit van deze mengklep begrensd. Hoe lager de temperatuur van het water dat terugkeert naar het energiesysteem, hoe meer de capaciteit wordt begrensd. Als het retourwater weer begint op te warmen, wordt de begrenzing op de capaciteit langzaam opgeheven. De capaciteitsbegrenzing van de mengklep wordt berekend op basis van de instellingen voor het energiesysteem. Als de temperatuur van het water dat teruggaat naar het energiesysteem stijgt, mogen de mengkleppen verder worden geopend.
BEGRENS TEMPERATUUR ENERGIESYSTEEM - De berekende temperatuur van het water dat naar de kas gaat, mag niet hoger worden dan de gemeten temperatuur van het water dat energiesysteem verlaat.
BEGRENS RETOURTEMPERATUUR ENERGIESYSTEEM - De berekende temperatuur van het water dat naar de kas gaat, mag niet hoger worden dan de gemeten temperatuur van het water dat teruggaat naar het energiesysteem.
Voor elke van de mengkleppen kunt u instellen of u de Weerinvloed op mengkleppen wilt gebruiken. Normaal gesproken is deze instelling op JA ingesteld, wat betekent dat wanneer de buitenomstandigheden veranderen (als het bijvoorbeeld kouder wordt), de mengkleppen automatisch worden aangepast als voorbereiding op de toegenomen warmtevraag. Als u echter tafels gebruikt, worden de tafels zelf niet direct beïnvloed door de buitentemperatuur. In dat geval zet u deze instelling op NEE.
U kunt ook instellen of u Doekinvloed op mengkleppen wilt gebruiken of niet. Door deze instelling op JA in te stellen, worden de berekeningen van de watertemperatuur aangepast wanneer het doek 's nachts dicht is en wanneer het doek 's ochtends wordt geopend. Als u niet wilt dat de doekstand invloed heeft op de mengklep, stelt u deze waarde in op NEE.
De Buisdiameter is de buitendiameter (in millimeter) van de waterleidingen (warm of koud) van de kas. Als u de buisdiameter in inch weet, moet u de afmeting omrekenen naar millimeter. Omdat 1 inch gelijk is aan 25,4 millimeter, moet u dus 51 invoeren als de buisdiameter voor een standaardbuis van 2 inch.
De Buislengte is de lengte (in millimeter) van de waterleidingen (warm of koud) van de kas. In de meeste gevallen zijn de buizen net zo lang als de kas zelf. Als u de lengte van de kas in feet weet, moet u de afmeting omrekenen naar meter. Omdat 1 foot gelijk is aan 0,305 meter, betekent dit voor een kas van 300 foot dat de buislengte 91,5 meter is.
Het Aantal buizen is het totale aantal waterleidingen (warm of koud) die door deze mengklep van water worden voorzien.
De analoge uitvoer moet worden gekalibreerd op basis van vier verschillende referentiepunten. Het systeem berekent de uitgang tussen deze spanningen wanneer dat nodig is.
Uitgangsspanning 0 %: de spanning die moet worden uitgevoerd wanneer het systeem het apparaat wil uitschakelen
Uitgangsspanning 1%: de spanning die moet worden uitgevoerd wanneer het systeem het apparaat wil inschakelen op minimale snelheid
Uitgangsspanning 50%: de spanning die moet worden uitgevoerd wanneer het systeem het apparaat wil inschakelen op halve snelheid
Uitgangsspanning 100%: de spanning die moet worden uitgevoerd wanneer het systeem het apparaat wil inschakelen op volle snelheid
Als u hebt ingesteld dat de mengkleppen moeten worden beïnvloed door het doek, dan moet u opgeven op welke manier dat gebeurt. De doekinvloed houdt rechtstreeks verband met de invloed van de buitentemperatuur.
Invloed bij sluitend doek - Deze invloed wordt gebruikt wanneer het doek beweegt om de kas 's nachts af te dekken. De invloed van de buitentemperatuur op de mengkleppen wordt gedurende een korte tijd begrensd voordat het doek de kas afdekt (bepaald aan de hand van de minimumduur tijdens kieren zoals ingesteld in de doekinstellingen). Een instelling van 50 betekent dat de invloed van de buitentemperatuur wordt verlaagd tot 50% van wat de invloed zou zijn als het doek open is. Dit houdt in dat als het buiten koud is, de mengkleppen een lagere watertemperatuur berekenen. Daardoor kan de hoeveelheid berekende warmte voor de kas worden verminderd wanneer het doek dicht gaat. Dit voorkomt een piek in de temperatuur van de kas. Let op: deze invloed wordt alleen gebruikt wanneer het doek 's nachts dicht gaat. De invloed wordt NIET gebruikt wanneer het doek dicht gaat om schaduw te maken.
Invloed bij gesloten doek - Deze invloed wordt gebruikt wanneer het doek de kas 's nachts afdekt. Een instelling van 80 betekent dat de invloed van de buitentemperatuur wordt verlaagd tot 80% van wat de invloed zou zijn als het doek open is. Dit houdt in dat als het buiten koud is, de mengkleppen een lagere watertemperatuur berekenen, waardoor de hoeveelheid warmte in de kas wordt verminderd. U wilt de hoeveelheid warmte in de kas verminderen wanneer het doek de kas afdekt, omdat het verwarmingssysteem dan niet zo hard hoeft te werken om de temperatuur te handhaven. Let op: deze invloed wordt alleen gebruikt wanneer het doek 's nachts dicht gaat. De invloed wordt NIET gebruikt wanneer het doek dicht gaat om schaduw te maken.
Invloed bij openend doek - Deze invloed wordt gebruikt wanneer het doek 's ochtends open gaat. Er is meestal veel koude lucht boven het doek en wanneer het doek wordt geopend, komt deze koude lucht omlaag op de planten. Om dat te voorkomen, kunt u de invloed van de buitentemperatuur op de mengklep gedurende een korte tijd vergroten voordat het doek 's ochtends open gaat (bepaald door de minimumduur tijdens kieren zoals ingesteld in de doekinstellingen). Een instelling van 150 betekent dat de invloed van de buitentemperatuur wordt verhoogd tot 150% van wat de invloed zou zijn als het doek open is. Dit houdt in dat als het buiten koud is, de mengkleppen een hogere watertemperatuur berekenen, waardoor de hoeveelheid warmte in de kas wordt vergroot. U wilt de hoeveelheid warmte in de kas verhogen, omdat het verwarmingssysteem anders harder moet werken om de temperatuur te handhaven wanneer het doek wordt geopend. Let op: deze invloed wordt alleen gebruikt wanneer het doek 's ochtends open gaat. De invloed wordt NIET gebruikt wanneer het doek open gaat nadat het schaduw heeft gemaakt.
Als u hebt ingesteld dat de mengkleppen voor verwarming of koelen moeten worden beïnvloed door de buitenomstandigheden, dan moet u opgeven hoe groot die invloed van de omstandigheden is. De juiste waarden voor invloeden van buitenaf zijn moeilijk te bepalen, omdat de opbouw van de kas en het aantal en de grootte van de warmwaterleidingen van kas tot kas verschillen. Gebruik de volgende richtlijnen wanneer u deze waarden gaat aanpassen:
Gebruik van mengkleppen voor verwarming:
Invloed buitentemperatuur op mengklep bij verwarming - Deze waarde bepaalt hoe de mengklep reageert op koude dagen. We weten dat als het buiten koud is, we altijd warmte nodig hebben. Verlaag deze waarde als u vindt dat de kas te warm blijft als het buiten erg koud is. Als de kas te koud blijft als het buiten erg koud is, kunt u deze waarde verhogen. Controleer voor u deze waarde verhoogt dat het probleem niet is dat de technische ruimte de watertemperatuur niet op het gewenste niveau kan houden. Aks de technische ruimte niet genoeg capaciteit heeft om de kastemperatuur op peil te houden, heeft het verhogen van deze waarde geen effect. Zorg er tevens voor dat de warmwaterleidingen voldoende capaciteit hebben. Als de warmwaterleidingen hun maximale temperatuur hebben bereikt en u nog steeds niet voldoende warmte hebt, heeft het verhogen van deze waarde ook geen effect.
Buitenlichtinvloed op mengklep tijdens verwarmen - Deze waarde bepaalt hoe de mengklep reageert op koude zonnige dagen. Het probleem met dit soort dagen is dat zodra een wolk voor de zon komt, in de kas geen zontoetreding is en de kas snel afkoelt. De mengkleppen moeten hier snel op reageren om een gelijke temperatuur te behouden. Maar als de mengkleppen te snel reageren, kan er te veel warm water in de leidingen komen. Als u vindt dat het waterverwarmingssysteem overdreven reageert op plotselinge veranderingen in lichtintensiteit, verhoogt u deze waarde (breng deze dichter bij 0). Als u vindt dat het waterverwarmingssysteem niet snel genoeg reageert op plotselinge veranderingen in lichtintensiteit, verlaagt u deze waarde (negatiever).
Invloed windsnelheid op mengklep bij verwarming - Deze waarde bepaalt hoe de mengklep reageert op de gemeten windsnelheid. Verlaag deze waarde als u vindt dat de kas te warm blijft op winderige dagen. Als de kas te koud blijft op winderige dagen, kunt u deze waarde verhogen.
Gebruik van mengkleppen voor koelen:
Invloed buitentemperatuur op mengklep bij koelen - Deze waarde bepaalt hoe de mengklep reageert op warme dagen. We weten dat als het buiten warm is, we altijd koeling nodig hebben. Verlaag deze waarde als u vindt dat de kas te koud blijft als het buiten erg warm is. Als de kas te warm blijft als het buiten erg warm is, kunt u deze waarde verhogen. Controleer voor u deze waarde verhoogt dat het probleem niet is dat de koelers de watertemperatuur niet op het gewenste niveau kunnen houden. Aks de koelers niet genoeg capaciteit hebben om de kastemperatuur op peil te houden, heeft het verhogen van deze waarde geen effect. Zorg er tevens voor dat de koudwaterleidingen voldoende capaciteit hebben. Als de koudwaterleidingen hun maximum temperatuur hebben bereikt en u nog steeds niet voldoende koeling hebt, heeft het verhogen van deze waarde ook geen effect.
Buitenlichtinvloed op mengklep tijdens koelen - Deze waarde bepaalt hoe de mengklep reageert op zonnige dagen. Het probleem met dit soort dagen is dat zodra een wolk voor de zon komt, in de kas geen zontoetreding is en de kas snel afkoelt. De mengkleppen moeten hier snel op reageren om een gelijke temperatuur te behouden. Maar als de mengkleppen te snel reageren, kan er te veel koud water in de leidingen komen. Als u vindt dat het waterkoelsysteem overdreven reageert op plotselinge veranderingen in lichtintensiteit, verhoogt u deze waarde (breng deze dichter bij 0). Als u vindt dat het waterkoelsysteem niet snel genoeg reageert op plotselinge veranderingen in lichtintensiteit, verlaagt u deze waarde (negatiever).
Invloed windsnelheid op mengklep bij koelen - Deze waarde bepaalt hoe de mengklep reageert op de gemeten windsnelheid. Verlaag deze waarde als u vindt dat de kas te koud blijft op winderige dagen. Als de kas te warm blijft op winderige dagen, kunt u deze waarde verhogen.
De PID-factoren worden gebruikt om het gewicht van de drie factoren waarmee de mengklepberekeningen worden beïnvloed, aan te passen.
De P-factor in het proportionele regelalgoritme past de watertemperatuur aan op basis van het verschil tussen de daadwerkelijke temperatuur en de berekende temperatuur.
De I-factor in het proportionele regelalgoritme past de watertemperatuur aan op basis van hoe lang het verschil tussen de daadwerkelijke temperatuur en de berekende temperatuur al bestaat.
De D-factor in het proportionele regelalgoritme past de temperatuur aan op basis van hoe snel de temperatuur verandert.
De Maximale I-invloed op mengklep wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat de berekeningen binnen de grenzen blijven wanneer de mengkleppen worden gebruikt voor verwarming. Denk eraan dat de I-factor ervoor zorgt dat de berekende watertemperatuur blijft stijgen als de kas de temperatuur niet kan handhaven. Er kan een probleem optreden als de ketel is uitgeschakeld of niet in de warmtevraag kan voorzien. In dat geval blijft de I-actie stijgen, zodat de zone uiteindelijk om erg heet water zou kunnen vragen. Om dat te voorkomen, mag de I-actie niet verder stijgen als de berekende watertemperatuur hoger is dan de gemeten watertemperatuur plus de maximale I-invloed op mengklep.
Instellingen voor mengklep aanpassen
De standaard PID-instellingen werken goed voor de meeste kassen. Als u moeite hebt om de juiste temperatuur te handhaven, controleert u of de instellingen op een standaardwaarde zijn ingesteld en zorgt u ervoor dat de waarden voor de buitentemperatuur en het zonlicht juist zijn voor die zone. Probeer de PID-instellingen niet aan te passen zonder eerst contact op te nemen met uw Priva-vertegenwoordiger. Zorg ervoor dat al uw verwarmingsapparatuur naar behoren werkt. Problemen worden vaak veroorzaakt door mengkleppen die vastzitten, circulatiepompen die niet werken (controleer thermische beveiligingen tegen overbelasting en de schoepenraden) en lucht in de warmwaterleidingen (controleer ontluchtingskleppen). Zodra u hebt vastgesteld dat het probleem niet door de apparatuur wordt veroorzaakt, kunt u deze suggesties bekijken.
Probleem |
Oplossing |
Gemiddelde nachttemperatuur is constant te laag |
Controleer eerst of de ketels voldoende capaciteit hebben om de temperaturen te behouden. Dit controleert u door te kijken naar de berekende en de gemeten watertemperatuur in de kaszone. De berekende watertemperatuur is de temperatuur die de procescomputer denkt dat de kas nodig heeft en de gemeten watertemperatuur is de temperatuur die de kas heeft. Als de gemeten temperatuur lager is dan de berekende temperatuur, zoekt u uit waarom de warmte de zone niet bereikt. Als gemeten temperatuur de berekende temperatuur volgt en u nog steeds niet voldoende warmte hebt, kunt u tijdens het verwarmen proberen de invloed van de buitentemperatuur op de mengklep te verhogen. |
Gemiddelde nachttemperatuur is constant te hoog |
Als gemeten temperatuur de berekende temperatuur volgt en u nog steeds te veel warmte hebt, kunt u tijdens het koelen proberen de invloed van de buitentemperatuur op de mengklep te verlagen. |
Kas wordt te koud als het buiten winderig is |
Probeer bij verwarming de invloed van windsnelheid op mengklep te verhogen. |
Kas wordt te warm als het buiten winderig is |
Probeer bij verwarming de invloed van windsnelheid op mengklep te verlagen. |
Kas wordt te warm (of te koud) als het buiten zonnig is |
Probeer aanpassing van de Buitenlichtinvloed op mengklep tijdens verwarmen Deze waarde dichter bij 0 brengen, verkleint de invloed van de lichtintensiteit op de mengkleppen. Deze waarde negatiever maken (verder van 0) vergroot de invloed van de lichtintensiteit op de mengkleppen. |