De procescomputer gebruikt de PID-regelingberekeningen om te bepalen bij welk percentage de verwarming of koeling op een bepaald moment moet worden geactiveerd om het gewenste instelpunt te behalen. De computer bewaakt de temperatuur- en luchtvochtigheidssensoren voortdurend en gebruikt de waarden van deze sensoren om te berekenen hoeveel verwarming of koeling is vereist. Vervolgens wordt de apparatuur aangepast om de gewenste temperatuur en luchtvochtigheid in de zones te handhaven.
De PID-regelingberekening gebruikt een aantal factoren om te bepalen welk percentage verwarming of koeling moet worden geleverd. De procescomputer vergelijkt de daadwerkelijke temperatuur met de gewenste zonetemperatuur (instelpunt). De computer meet hoe lang de temperatuur al afwijkt van het instelpunt. De computer bepaalt hoe snel de temperatuur verandert, of de temperatuur stijgt of daalt en bekijkt ook de weersomstandigheden buiten de kas. De PID-regelingberekening bepaalt snel de optimale instelling voor uw verwarmings- en/of koelapparatuur en beperkt het aantal keer dat de apparatuur wordt in- en uitgeschakeld. Door de verandering van de buitentemperatuur bij te houden, kan de regeling anticiperen op de vraag naar warmte of koeling voordat de kastemperatuur van het instelpunt is afgeweken, waarmee wordt voorkomen dat de temperatuur boven het instelpunt stijgt of hieronder zakt.
Zodra de procescomputer heeft berekend hoeveel van de verwarmings- of koelsystemen moeten worden geactiveerd, wordt bepaald hoeveel stappen van de apparatuur zijn ingesteld in de procescomputer en in welke volgorde deze moeten worden gebruikt. Een voorbeeld: alle ramen kunnen op precies dezelfde manier zijn ingesteld (d.w.z. ze openen allemaal even ver) of er kan zijn ingesteld dat de ramen aan de luwe zijde gedeeltelijk worden geopend voordat de ramen aan de windzijde worden geopend. Dit wordt FASEREN genoemd.
Een dag van 24 uur kan worden onderverdeeld in vier perioden voor verwarming, ventilatie en luchtvochtigheidsregeling. Er zijn ook tijden waarop de procescomputer de periode aanpast. Dit worden uitlooptijden genoemd. De procescomputer berekent de instelpunten voor de temperatuur en luchtvochtigheid die worden gebruikt tijdens de uitloopperioden op basis van de instelpunten van de perioden.
De teler kan de gewenste temperaturen van de verwarming, koeling en waterleiding automatisch laten aanpassen op basis van een aantal verschillende omstandigheden binnen en buiten de kas. Deze omstandigheden omvatten:
Gemiddelde temperaturen - De gewenste temperaturen kunnen worden aangepast op basis van de gemiddelde gemeten temperatuur in een zone gedurende een bepaalde periode. Een voorbeeld: de teler kan de ingestelde temperatuur van de verwarming verhogen als de gemiddelde temperatuur de afgelopen 24 uur lager dan gewenst was.
Relatieve luchtvochtigheid, vochtdeficit en VPD - De temperaturen kunnen worden beïnvloed en aangepast om de gewenste luchtvochtigheidsniveaus in de zone te handhaven.
Lichtintensiteit - Wanneer de lichtintensiteit toeneemt of afneemt, kan de temperatuur op basis daarvan worden verhoogd of verlaagd.
Lichtsom - Temperaturen kunnen worden aangepast op basis van de lichtsom van een bepaalde periode. Een voorbeeld: de verwarmingstemperatuur voor de nacht kan worden verhoogd of verlaagd als de vorige dag helder en zonnig of bewolkt en donker was.
Buitentemperatuur, Luchtvochtigheid buiten en Windsnelheid - Buitenomstandigheden kunnen worden gebruikt om de temperaturen te beïnvloeden.
Doekregeling - De teler kan de temperaturen aanpassen wanneer het doek dicht gaat in de avond of 's ochtends wordt geopend.
Belichting - De teler kan de temperaturen aanpassen wanneer de aanvullende belichting is ingeschakeld.
Gewasbehandelingstoepassingen - Temperaturen kunnen worden verhoogd of verlaagd tijdens elke stap van de gewasbehandeling.
Algemene metingen en maatwerkprogramma's - Als de teler nog meer flexibiliteit nodig heeft, zoals verdere temperatuurinvloeden op basis van een factor die nog niet vooraf is geprogrammeerd, dan kan dit worden gedaan met een aanpassing op basis van een algemene meting of maatwerkprogramma.