Circulatie kaslucht - Instellingen

De Begintijd is voor elke periode het tijdstip waarop de periode begint. Het aantal minuten dat het duurt om de waarden aan te passen voor de nieuwe periode kan worden ingesteld. Dit heet de Aanlooptijd periode. Omdat de Begintijd en Aanlooptijd periode worden ingesteld voor de volledige klimaatzone, dienen de waarden in deze rubriek alleen ter informatie. De waarden moet u op de periodepagina's aanpassen.

De luchtcirculatieventilatoren kunnen tijdens elke van de vier perioden worden gebruikt op basis van de luchtvochtigheidsniveaus. De Relatieve luchtvochtigheid waarboven de ventilatoren aan gaan voor elke periode is de relatieve luchtvochtigheid waarbij of waarboven de luchtcirculatieventilatoren worden geactiveerd. Het Vochtdeficit waaronder de ventilatoren aan gaan voor elke periode is het vochtdeficit waarbij of waaronder de luchtcirculatieventilatoren worden geactiveerd. U kunt ook de snelheid van de luchtcirculatieventilatoren voor elk van deze perioden instellen (als u geen luchtcirculatieventilatoren met variabele snelheid hebt, worden de ventilatoren uitgeschakeld als u de snelheid instelt op 0 en worden ze ingeschakeld als u de snelheid instelt op 1 of hoger).

Als u de luchtcirculatieventilatoren tijdens een bepaalde periode niet wilt laten draaien, stelt u de instelling voor de relatieve luchtvochtigheid voor die periode in op 100 en de instelling voor het vochtdeficit op 0. Als u de luchtcirculatieventilatoren tijdens een bepaalde periode altijd wilt laten draaien, stelt u de instelling voor de relatieve luchtvochtigheid voor die periode in op 0.

Als u luchtcirculatieventilatoren met variabele snelheid gebruikt, kunt u ook instellen met welke snelheid de ventilatoren tijdens elke periode draaien. De Snelheid luchtcirculatieventilatoren voor elke periode kan worden ingesteld op een waarde tussen 0 en 100%.

Het % afkoelen om ventilatoren uit te schakelen is het percentage afkoeling dat is gewenst of de raamstand waarboven de luchtcirculatieventilatoren moeten worden uitgeschakeld. Wanneer de vraag naar koeling toeneemt (d.w.z. ramen staan wijd open of er draaien veel uitlaatventilatoren), dan worden de luchtcirculatieventilatoren uitgeschakeld. Om ervoor te zorgen dat de ventilatoren altijd draaien, stelt u % afkoeling in op 100%. Omdat het koelingspercentage nooit groter dan 100% kan worden, zullen de ventilatoren draaien, ongeacht het percentage afkoeling dat is gewenst.

De Status van ventilatoren tijdens mist, afluchten of CO₂ doseren kan worden ingesteld op AUTOMATISCH om ervoor te zorgen dat de ventilatoren zoals voorheen blijven draaien tijdens mist, afluchten of CO2 doseren. Door de Status van ventilatoren tijdens mist, afluchten of CO₂ doseren in te stellen op OVERNAME, kunt u de ventilatoren tijdens mist, afluchten of CO2 doseren met de hand aan of uit zetten. U kunt ook de Gewenste ventilatorsnelheid voor elk van deze omstandigheden instellen (als u geen luchtcirculatieventilatoren met variabele snelheid hebt, worden de ventilatoren uitgeschakeld als u de snelheid instelt op 0 en worden ze ingeschakeld als u de snelheid instelt op 1 of hoger).