Licht en straling

De straling gebruikt u om een gewenste waarde aan te passen. Een verhoging gebruikt u bijvoorbeeld om de temperatuur te verhogen als het zonnig is, zodat de plant het zonlicht beter kan benutten voor de groei. Een verlaging gebruikt u bijvoorbeeld om minder energie te verbruiken door sneller in te spelen op de energie van de zon. De stralingsaanpassing kan vertraagd inkomen.

Onder straling verstaan we energie die zich als een golf voortplant. Een belangrijk kenmerk van een golf is de golflengte, die uitgedrukt wordt in nanometer (nm). De zonnestraling bestaat uit golven met verschillende golflengtes:


De zonnestraling wordt gemeten door sensoren met gevoeligheden voor de verschillende golflengtes.

De volgende metingen zijn mogelijk:


De gevoeligheid van de verschillende meters


Lineaire lichtsensor

De lineaire lichtsensor meet zichtbaar licht. Door het beperkte meetgebied geven deze sensoren een beperkte indicatie van de door planten opgenomen straling. Deze sensoren geven een meetwaarde in lux of Candela.

PAR Sensor

De PAR-sensor meet het gedeelte van het lichtspectrum dat de plant omzet in groei (fotosynthese). PAR staat voor de Engelse term Photosynthetic Active Radiation, en omvat het lichtspectrum tussen 400 en 700 nm. Deze sensoren geven een meetwaarde in µmol/sm².

Solari-sensor

De solari-sensor (soms ook Pyranometer genoemd) meet de straling in een breed spectrum, inclusief zichtbaar licht. Deze sensoren zijn zeer nauwkeurig en werken ook bij weinig licht. Deze sensoren geven een meetwaarde in W/m².