CO₂-dosering - Configuratie

Met de CO₂-sensor kan een CO₂-ijking-offset worden ingesteld, waarmee de gebruiker offsetmetingen kan invoeren waardoor de sensoren op de juiste manier waarden kunnen weergeven. Een voorbeeld: als de sensor een waarde detecteert die 50 ppm te hoog is, kunt u een kalibratieoffset van -50 ppm instellen. Daardoor wordt 50 ppm van de waarde afgetrokken.

De Dode zone CO₂-regeling is de dode zone in delen per miljoen rond het gewenste CO₂-niveau waarop de CO₂-uitgang niet wijzigt. Een voorbeeld: als het gewenste niveau 1000 is en de dode zone 100, dan wordt de CO₂-uitgang INGESCHAKELD als de gemeten CO₂ onder 900 ppm zakt en UITGESCHAKELD wanneer de gemeten CO₂ boven 1100 ppm stijgt. Als u de dode zone verlaagt, wordt het CO₂-instelpunt nauwkeuriger gehandhaafd en als u de dode zone verhoogt, wordt de CO₂-generator minder vaak in- en uitgeschakeld. Aanbevolen waarde voor Priva CO₂-generatoren is 50. Als u vloeibare CO₂-dosering gebruikt, kunt u deze instelling het beste op 0 laten staan.

Wanneer zowel een buiten- als binnenlichtsensor aanwezig is, kan de gebruiker met de zonnesensorselectie bepalen welke sensor wordt gebruikt voor de CO₂-regeling.